Paragrafen

3.5 Financiering

4. Rentepositie

4a   Rentetypische afloop (renteherzieningsdata) van financieringen en beleggingen
In de langlopende leningen- en beleggingsportefeuille zijn geen contractuele renteherzieningsdata opgenomen. Dit betekent dat gedurende de looptijd van deze langlopende leningen en beleggingen het rentepercentage niet wijzigt. Daardoor wordt de gemeente in de toekomst niet geconfronteerd met rentestijgingen of -dalingen in de huidige portefeuille.

4b Derivaten
Uit de lange termijn financieringsplanning blijkt dat de gemeente in 2031 een verwachte financieringsbehoefte heeft van circa € 0,93 mld. Vanuit de verwachte renteontwikkeling in 2011 heeft de gemeente daarom in 2011 bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) twee derivaten afgesloten met een gezamenlijke nominale waarde van € 150 mln. en een gemiddelde vaste rente van 3,222% voor de aanvullende financiering tussen 2031 en 2061. De gemeente heeft hierdoor de zekerheid van lage rentekosten voor de herfinanciering van op dat moment langlopende leningen en voor de financiering van (grote) investeringen.

De twee afgesloten derivaten hebben (nu nog, zie ook 5b) een bijstortverplichting. Bij faillissement van één van de partijen (gemeente of BNG) valt de bijstortverplichting vrij, zodat de andere partij de derivaten zonder verlies kan afwikkelen. Maandelijks wordt het verschil tussen de actuele marktwaarde van de derivatencontracten en de contractuele waarde opnieuw vastgesteld en als tijdelijke waarborgsom op een aparte bankrekening gestort. De hoogte van de waarborgsom is afhankelijk van de hoogte van de lange rente aan het eind van iedere maand. Over het gestorte bedrag ontvangt (of bij een negatieve rente betaalt) de gemeente de 1-maands euriborrente van de BNG. In geval van verkoop of ineffectiviteit van de derivaten leidt dit bedrag tot een exploitatieresultaat. Alleen als het contract voortijdig beëindigd wordt, moet het (positieve of negatieve) verschil tussen de marktwaarde en de nominale waarde worden afgerekend.

Effectiviteit derivaten
Het is gemeenten niet toegestaan om een niet-effectieve positie in te nemen omdat in dat geval de risico’s toenemen in plaats van afnemen. Een niet-effectieve positie ontstaat als er wel een derivaat is afgesloten, maar dit derivaat niet toe te wijzen is aan een lening, groep leningen of financieringsbehoefte.
De verwachte financieringsbehoefte tussen 2031 en 2061 is hoger dan de nominale waarde van het afgesloten derivaat. Dat betekent dat de bestaande derivaten effectief zijn.

Deze pagina is gebouwd op 01/18/2024 10:43:22 met de export van 01/18/2024 10:28:16